De volgende accessoires zijn nodig om ervoor te zorgen dat de
YUTAKI S COMBI voor het Verenigd Koninkrijk voldoet aan de
voorschriften van de Britse wet "Building Regulations 2000”.
• 1 temperatuur- en drukafblaasklep (meegeleverd),
gemonteerd op het heetste deel van de warmwaterketel. Deze
klep beschermt de unit tegen overmatige temperatuur (>96ºC)
en overmatige druk (>7 bar) in de warmwaterketel. Bovendien
is een leiding met een diameter van Ø15 (meegeleverd)
voorzien op de uitlaat van de afblaasklep om de afvoer naar
de verdeelbak te stuwen (4).
• 1 verdeelbak (4) (meegeleverd), geinstalleerd in een
verticale stand, met een leiding van niet meer dan 600 mm
tussen de klepuitlaat en de verdeelbak.
• 1 uitlaatleiding van de verdeelbak (2) (niet-meegeleverd)
met een verticaal stuk van minstens 300 mm lang onder
de verdeelbak (4), voordat er zich enige bochtstukken of
bochten in het leidingswerk bevinden. Deze leiding moet
van metaal zijn of van een ander materiaal waarvan is
aangetoond dat het bestand is tegen de temperaturen en
druk van de wateruitlaat, zoals vastgelegd in de Britse
Building Regulations.
• De uitlaatleiding van de verdeelbak (2) moet eindigen op
een veilige plek waar geen risico bestaat voor personen in
de buurt van de uitlaat. De uitlaat bestaat uit heet water en
druk.
4.4.5 Vereisten en aanbevelingen voor het
hydraulische circuit
• De maximale leidinglengte hangt af van de beschikbare
maximale druk in de leiding van de wateruitlaat. Controleer
de pompcurven.
• De binnenunit is uitgerust met een ontluchtingsklep (
meegeleverd) op de hoogste plaats van de binnenunit. Als
deze locatie niet het hoogste punt in de waterinstallatie
is, kunnen in de waterleidingen luchtbellen ontstaan, die
storing in het systeem kunnen veroorzaken. In dat geval
moeten extra ontluchtingskleppen worden voorzien (niet-
meegeleverd) om te verzekeren dat geen lucht in het
watercircuit dringt.
• Bij vloerverwarming moet de ontluchting worden verricht
met behulp van een externe pomp en een open circuit, om
luchtzakken te voorkomen.
• Wanneer het apparaat voor een langere periode
uitgeschakeld blijft en de omgevingstemperatuur erg laag
is, kan het water in de leidingen en in de circulatiepomp
bevriezen, wat schade aan de leidingen en de pomp
kan veroorzaken. Daarom moet u als installateur ervoor
zorgen dat de watertemperatuur in de leidingen niet onder
het vriespunt kan zakken. Om dit te vermijden is de unit
uitgerust met een beveiligingsmechanisme dat moet worden
geactiveerd (raadpleeg het hoofdstuk “Optionele functies”
van de onderhoudshandleiding).
• Controleer of de waterpomp van het verwarmingscircuit
binnen het bedrijfsbereik werkt en of het waterdebiet boven
het minimum ligt. Als het waterdebiet lager ligt dan 12 liter
per minuut voor units van 4,0/5,0/6,0 HP (voor units van
2,0/2,5/3,0 HP 6 liter per minuut), verschijnt een alarmbericht
in het scherm.
• We raden aan een extra waterlter te installeren op de
verwarming (het reeds aanwezige systeem) om eventuele
resterende lasdeeltjes te verwijderen die niet kunnen worden
verwijderd met de lter van de binnenunit.
• Tijdens de eerste dagen na de installatie moet er minstens
eenmaal per dag vers water door het watercircuit van de
warmwaterketel stromen. Als er langere tijd geen water heeft
gecirculeerd in de warmwaterketel, moet deze eerst worden
gespoeld met vers water.
• Probeer lange leidinglengtes tussen de warmwaterketel
en de warmtapwaterinstallatie te voorkomen, om mogelijk
warmteverlies te reduceren.
• Als het druk van de inlaat van het koude tapwater hoger
is dat de ontwerpdruk van het systeem (6 bar), moet een
drukverlager met een nominale waarde van 7 bar worden
geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat de installatie voldoet aan de toepasselijke
wetgeving op het vlak van leidingsverbindingen en
materialen, hygiënemaatregelen, testen en het mogelijk
verplichte gebruik van specieke componenten zoals
thermostatische mengkleppen, verschildrukkleppen, etc.
• De maximale waterdruk is 3 bar (nominale openingsdruk van
de veiligheidsklep). Zorg voor een gepaste drukverlager op
het waterciruit,om te voorkomen dat de maximumdruk wordt
overschreden.
• Controleer of de aftapleidingen die zijn aangesloten op de
veiligheidsklep en op de luchtaaatklep zo zijn gelegd, dat er
geen water in contact komt met de onderdelen van de unit.
• Controleer of alle niet-meegeleverde componenten die op
het leidingscircuit zijn aangesloten, bestand zijn tegen de
waterdruk en de watertemperatuur van het werkingsbereik
van de unit.
• YUTAKI-units mogen alleen worden gebruikt in een gesloten
watercircuit.
• De interne luchtdruk van het expansievat moet
overeenstemmen met het watervolume in de volledige
installatie (fabrieksmatig geleverd met 0,1 MPa interne
luchtdruk).
• Het is verboden enige vorm van glycol toe te voegen aan het
watercircuit.
• Op alle lage punten van de installatie moeten aftapkranen
worden geïnstalleerd, om het circuit volledig te kunnen
aftappen tijdens onderhoud.
KOELMIDDEL EN WATERLEIDING
PMML0573 rev.2 - 09/2021
219
NL