- 63 -
Afstandsbediening
Functiebeschrijving van toetsen (J1-3A)
1. "ON/OFF"-TOETS (AAN- EN UITTOETS)
Door op deze toets te drukken wordt het apparaat in- en
uitgeschakeld.
2. "MODE"-TOETS (MODUSTOETS)
Met deze toets kiest u de bedrijfsmodus in de volgorde Koelen,
Drogen, Alleen ventilator of Verwarmen.
3. "FAN"-TOETS (VENTILATORTOETS)
Met deze toets kiest u het ventilatortoerental in de volgorde automatisch, hoog,
gemiddeld of laag.
4-5. "TEMPERATURE"-TOETS (TEMPERATUURTOETS)
Met deze toets kiest u de kamertemperatuur. U gebruikt de toets om
de tijd in de timermodus in te stellen.
6. "6TH SENSE"-TOETS (TOETS ZESDE ZINTUIG)
Met deze toets schakelt u de "6th sense"-modus in of uit.
7. "SWING"-TOETS (ZWENKTOETS)
Met deze toets kan de horizontale beweging van de lamellen worden
uit- of ingeschakeld en ook kan de gewenste luchtstroomrichting
omhoog/omlaag worden ingesteld.
8. "SLEEP"-TOETS (SLAAPTOETS)
Met deze toets kunt u de sleep-modus (slaapmodus) inschakelen of
uitschakelen
9. "AROUND U"-TOETS (OMGEVINGSTOETS)
Met deze toets kunt u de "Around U"-functie (Omgevingsfunctie) in- of
uitschakelen.
10. "TIMER ON/CLOCK"-TOETS ("TIMER AAN/KLOK"-TOETS)
Met deze toets stelt u het huidige tijdstip in.
U gebruikt de toets ook om in te stellen wanneer het apparaat moet
inschakelen of om deze opdracht te annuleren.
11. "TIMER OFF"-TOETS ("TIMER UIT"-TOETS)
U gebruikt de toets om in te stellen wanneer het apparaat moet
uitschakelen of om deze opdracht te annuleren.
12. "JET"-TOETS (SNELTOETS)
Met deze toets schakel u het snel koelen of snel verwarmen in of uit.
13. DIMTOETS
Met deze toets zet u het licht van het display op de binnenunit aan of uit.
14. "POWER SAVE"-TOETS (TOETS ENERGIEBESPARING)
Met deze toets schakelt u de energiebesparende functie in of uit.
15. "SUPER SILENT"-TOETS (TOETS SUPERSTIL)
Met deze toets schakelt u de "Super Silent"-functie (functie Superstil),
waarbij de unit minder geluid produceert, in of uit.
rq
et
d
f
i
o
g
s
u
w
y
a
h
Symbolen op display van afstandsbediening
Indicatorlampje koeling Indicatorlampje "Sleep 1"
(Slaapindicatorlampje 1) Automatisch
ventilatortoerental Indicatorlampje "Jet"
(Jetindicatorlampje)
Indicatorlampje "Dry"
(Indicatorlampje Droog) Indicatorlampje "Sleep 2"
(Slaapindicatorlampje 2) Hoog ventilatortoerental Signaalverzending
Indicatorlampje "Fan only"
(Indicatorlampje Alleen ventilator) Indicatorlampje "Sleep 3"
(Slaapindicatorlampje 3) Gemiddeld
ventilatortoerental
ON
OF F
Display Timerinstelling
Indicatorlampje "Heating"
(Verwamingsindicatorlampje) Indicatorlampje "Sleep 4"
(Slaapindicatorlampje 4) Laag ventilatortoerental Display "huidig tijdstip"
Indicatorlampje "6th Sense"
(Indicatorlampje Zesde zintuig) Indicatorlampje "Around U"
(Indicatorlampje Omgeving)
Indicatorlampje "Super
silent" (Indicatorlampje
Superstil)
Display
Temperatuurinstelling
Indicatorlampje "Power
save" (Indicatorlampje
Energiebesparing)
BESCHERMING
Bedrijfstoestand
De beveiligingsvoorziening kan in werking
treden en het apparaat uitschakelen in
onderstaande gevallen.
Verwarming De temperatuur van de
buitenlucht bedraagt
meer dan 24°C
De temperatuur van de
buitenlucht bedraagt
minder dan -7°C
De kamertemperatuur
bedraagt meer dan
27°C
Koeling De temperatuur van de
buitenlucht bedraagt
meer dan 43°C
De kamertemperatuur
bedraagt minder dan
21°C
Ontvochtiging De kamertemperatuur
bedraagt minder dan
18°C
Als de airconditioner in de modus KOELEN of
DROGEN staat terwijl er gedurende lange tijd
een deur of raam open staat en de relatieve
luchtvochtigheid hoger is dan 80%, dan kan
er condenswater uit de afvoer druppelen.
Kenmerken van de beveiligingsvoorziening
Wacht minstens 3 minuten alvorens de unit
opnieuw in te schakelen nadat hij stopt met
werken of bij het veranderen van de modus
tijdens de werking. Nadat u de voeding heeft
aangesloten en het apparaat onmiddelljk
heeft aangezet, kan er een vertraging
van 20 seconden optreden voordat het in
werking treedt. Als het apparaat gestopt
is met werken, druk dan nog een keer op
de ON/OFF-toets (Aan- en uittoets) om het
apparaat weer in te schakelen. Als de timer
is uitgeschakeld, moet hij weer worden
ingesteld.
Kenmerken van de koelmodus
Antivriesvoorziening
Wanneer de temperatuur van de
warmtewisselaar van de binnenunit tot
0° of lager zakt, dan zal de compressor
uitgeschakeld worden om het apparaat te
beschermen.
Kenmerken van de verwarmmodus
Voorverwarmen
Om te voorkomen dat er koude lucht in de
kamer wordt geblazen, moet de binnenunit
bij het begin van de werking VERWARMEN
gedurende 2-5
minuten worden voorverwarmd. De
binnenventilator zal niet werken tijdens het
voorverwarmen.
Ontdooien
Tijdens de werking VERWARMEN zal het
apparaat automatisch ontdooien om de
eciëntie te verhogen. Deze procedure
duurt gewoonlijk 6-10 minuten. Tijdens
het ontdooien, stopt de ventilator en het
indicatorlampje "Running" (In bedrijf) gaat
knipperen.
Na voltooiing van het ontdooien, keert het
apparaat automatisch terug naar de modus
VERWARMEN.